Sunday, November 1, 2020

Dagblog 2 - Chad leeft nog

 Dagblog 2

Ik weet niet goed wat te zeggen, goed, er zal dus weer heel wat uitkomen.

Goede morgen, het is weer eens avond
Zal dit een algemene aanspreking worden? Is het goed om een iets wat vaste structuur te hebben, of is vervallen in een systeem te cliché, voorspelbaar, niet origineel genoeg.

s' Ochtends komt mijn kat naar boven, springt op mijn bed en ziet dan of ik wakker ben. Pas wanneer ik mijn ogen aankijk en zijn verwachtingsvolle blik tegemoet kijk beslist hij zich erbij neer te zetten en gaat hij slapen. Natuurlijk wil ik dan niet opstaan en blijf tot na twaalven in mijn bed liggen. Om twee uur opstaan, om drie uur eraan beginnen en om vier uur afronden (4 >:(  ). Mooi. Ik ben aan het overwegen om de klok op mijn laptop en gsm, als het kan, op een 12-uren systeem te zetten. AM-PM maakt me minder moe, maar doet me misschien ook minder doen... Ach wel nee, als ik nu die "18" zie denk ik dat het 8 uur is en niet 6 en dat is niet bepaald gezond, daar word ik zo moe van. Maar een getal vanaf de 20 lijkt me zo jong en frisgroen en dan wil ik nog lang niet gaan slapen. Van 4 tot 4. 

Veel van mijn eigen gedachten (over mezelf) heb ik niet te delen, dus dacht ik er te delen van mijn personages. Zijn ze dan eigenlijk nog van mij, of van hen? Als je denkt in functie van, is dat jouw gedachte of die van hen? -Zeker als het iets is waar je anders nooit op zou komen, nooit zou durven denken? 

Vrij paradoxaal. Wat beangstigend, maar ook erg blikverruimend.

Misschien geef ik dan hier een wat bestaans-filosoferend stukje uit een wat ik denk dat een 4-delige reeks boeken wordt. De 4 delen (ja vier, hier lijkt deze een vriendelijke appelsien tegen me te zijn) bestaan uit een ander perspectief, en de onderdelen uit het 2de die voor het 1e komen, of uit het 3de die gelijklopen met een deel uit het 1e, 2de, etc. etc. Ik ben begonnen met schrijven toen ik 11 was, denk ik, laten we zeggen een decennium lang dat ik al (actief) personages aan het ontwikkelen ben, zowel op woordend als beeldend vlak. Ik geef ze mijn vragen, zodat zij ze kunnen stellen, en ik ze kan horen zodat ik met enige afstand en perspectief kan antwoorden of gewoon contempleren -of negeren, want zijn mijn zaken niet. Laten we het even een gedachtenlabo noemen, waar mijn proefratjes in een doolhof aan denkpatronen en situaties rondlopen en ik toekijk, toekijk hoe elk, met hun eigen persoonlijkheid, intelligentie en trauma- en succeservaringen de problemen die ik heb voorleg aanpakken. Het is veel fijner om neer te kijken op het labyrint dan er zelf tussen te moeten lopen. Afstand biedt inzicht. Misschien is het ook daarom dat ik beter andere mensen kan helpen of beter hun situaties kan doorgronden dan de mijne. Dat is dus een van de dingen waar schrijven voor me voor dient: mijn ervaringen, problemen, waarnemingen, gevoelens verwerken. Dat zijn 4 dingen. (ah, nee niet 4!) een creatieve outlet is het natuurlijk ook. Het werkt erg therapeutisch voor me, en natuurlijk hoop ik dat het iemand anders ook eens zal dienen. (Ik ben en blijf menselijk)

Ja, omdat ik ben beginnen schrijven toen ik 11 was zitten er veel kinderlijke clichés in, dingen die ik overnam, bewust of onbewust van pop culture, maar ook veel dingen waar ik achteraf achter kwam dat het een shtick, gimmick was, dat is een nadeel van wel te schrijven maar niet echt te lezen, je wilt het niet opzoeken, je gedachten puur houden. Niets uitbrengen, herwerken, herwerken. En dan stoot je op iets (nieuws) in de media, met treffende gelijkenissen? Nu kan je het haast niet uitbrengen, want al was jouw hoofd eerst in het bedenken, en dan ik het tegenkomen, jij bent nu de na-aper. 

(even gaan afwas afdrogen, brb) 

Unieke ervaringen kunnen beschrijven zodat ze echt lijken, dat is gewoonweg mooi. Gewone, echte ervaringen mooi kunnen beschrijven, gedachten die zo normaal het zijn dat je niet zou denken ze te noteren, laat staan erover na te denken. Dat is uniek. Zo van die dingen dat je hersen-lokaal normaal van het krijtbord afwissen en de krijtstof ervan uitkloppen op de rest van je ervaringen. Iedereen maakt ze mee, of mensen uit je peer-groep, en het delen kan een vorm van verbinding en rust brengen -zodat ook zij afstand kunnen nemen van die gedachte/ervaring. Of misschien ben jij wel de enige die ze mee maakt en zijn ze echt uniek, maar beïnvloeden ze je hele denknetwerk als witte bolletjes die opgegeten worden door jouw Pac-man-brein dat het weten van wat ze zijn, waar ze vandaan komen, best nuttig of juist absurd nutteloos. Nutteloos, maar wel zinvol kan zijn. Nee? Ik ben weer te hard mijn best aan het doen. 

Dus, mijn "romans" of boekenreeks", dat zijn termen waar ik hier heel licht mee omspring, zeker wanneer het over mijn eigen werk gaat, zelfde met "kunst", zware woorden, maar makkelijk in gebruik. Meestal ga ik toch voor "verhaal" of "werk" of "tekening.
De kern ervan is: mijn ervaringen verwerken, perspectief vragen en bieden, creatieve fantasie de vrije loop laten gaan en andere mensen aanspreken. Mooi toch. Waarover gaat dat dan allemaal? Wanneer ga ik nu eindelijk een fragmentje ervan geven en o, wat zal het zijn?

Waarover? De dood. Heel erg letterlijk tot erg, erg figuurlijk. Alles in het leven heeft iets te maken met de dood. 
Het letterlijk sterven van personen waarmee men in verbinding staat en de rouw erover, het elke dag sterven en terugblikken op de oude ik en het al dan niet missen ervan. Het concept "de dood" en wat erna komt. Het denken over doodgaan, en het wel willen dood zijn, het niet willen doodgaan. Want niemand wil dood gaan, nee, misschien zelfs niet dood zijn. "Dood willen zijn" is eerder het niet kunnen leven van het "is", het niet kunnen leven met het "was" of het niet niet niet kunnen leven onder het "zal zijn". Ik ben ervan overtuigd dat ieder mens suïcidale gedachten heeft. Toch minstens ooit één. En dit is goed, het hoort erbij want ik leef volgens het motto: "zonder kwaad kan er geen goed zijn" wat ironisch is, want ik ben echt geen zwart-wit denker, ik vind de uitspraak juist interessant omdat het twee uiterste punten gebruikt om een grijze lijn te trekken. ALLES is een spectrum. Is dit een lijn, een driehoek, een wolk of een paralellopipedum, ... alles is een post-it onder een duimspijker op een (groot of klein) prikbord. Denken aan het/een (mogelijk) einde biedt perspectief op wat gaande is, nee? Doet denken aan dood zijn je niet leven voelen?

Dood is dus een belangrijk thema, karma, trauma, passie en talenten, verbintenis en eenzaamheid, al wat iedereen meemaakt maar nooit zich mee zal kunnen inleven, al wat niemand meemaakt maar zich wel mee zal kunnen inleven.

Zijn naam is Chad. 15-jarige jongen uit ergens in Vlaanderen, gepest op zijn school, houd van tekenen, is erg eenzaam en zit waarschijnlijk op het autisme spectrum stoornis, net sterk genoeg om uitgesloten te worden, net niet erg genoeg om het op te laten vallen. Chad is erg stil en heeft nooit veel te zeggen. Erg koel. Je zou denken dat niets hem veel kan schelen.
Zijn ouders sterven op zijn verjaardag, nieuwjaardag door een blikseminslag op de overschakeling naar 2013, hij overleefd de natuurramp en hersteld snel, word tijdelijk opgevangen door het gezin van zijn heel mysterieuze, bleke klasgenoot (Bryan). De vreselijke inslag. Hij houdt er enkel een Lichtenberg-litteken, veel komende andere littekens, ptsd, depressie, suïcidaliteit en heel wat en heel wat zelfhaat aan over. Er lijkt iets supernatuurlijk aan de gang te zijn? Wordt dit een Marvel-superhero story, meta-natuur? Jeej! Krachten! Dat wil toch iedereen. Chad niet. Och, het is zo een verhaal. Emo quirky teen drama. Hoe je het ook draait of keert, je zal altijd in een cliché belanden, je zal altijd dingen schrijven die al velen uit hun vinger hebben laten vloeien, je zal een bepaald niveau van voorspelbaarheid hebben. Dat weet ik nu. En ik heb al heel wat fases van ontkenning doorgaan. Het kan niet dat MIJN ZELFBEDACHTE IDEE niet origineel is! Ik moet toch IETS hebben dat UNIEK is. Het gewone. De doodgewone bewustwording. Je kan alles, over alles schrijven, zolang je het op een bewuste, of bewust-intuïtieve manier doet, dus naar jouw (linkse) hand zet, zal het altijd een meerwaarde hebben. Ik ben de schoonheid in die clichés gaan zien, die dingen die ik schreef toen ik 11 was en de enige wereld waar ik wou leven die van Pokémon, Sonic, Code Lyoko of Harry potter, maar niet echt Harry Potter, ... was. Nu schaam ik me er natuurlijk voor, dat ik zonder gêne (en nu met veel) er zoveel dingen van overgenomen heb. Maar ik wil ze eigenlijk ook niet veranderen? Want ze zijn mooi. Mooi gewoon, gewoon mooi, zoals ze zijn, laten we ze analyseren, laten we er diepgang aan toevoegen. Laten we het mondaine interessant uitleggen en het interessante mondaine. Laten we onszelf uitlacken als het over iets serieus gaat, serieus doen over iets belachelijk. Laten we Chad een emo 15-jarige tiener, gebaseerd op Shadow the hedgehog zijn met grote psychologische problemen die vaak als prompt worden gebruikt. Maar laten we die taboe-clichés als (*) zelfmoord, zelfverwonding, depressie, creatief wunderkind(*) aanpakken op een iets gevoeligere manier, laten we het doen, maar ook erover na te denken. Je blaas voelen als ze pijn doet, maar ook de pijn van de blaas kunnen onderscheiden en achteraf niet helemaal vergeten- drink eens weer meer water en doe je oefeningen. Niet "waarom" want je weet waarom, omdat het jouw fantasieën zijn (Byron) van wat je graag wilt of juist heel bang van bent-en dit personificeren en aan die personifiëren geven. Laten we denken, ja wat als dat is, hoe is dat (*) dan? Wat kan ik eruit leren, zeker omdat het niet echt helemaal zo is? Waarom wil ik dat-dat denken, leren? Waarom denk ik het? En waarom is het o zo leuk te schrijven over vampiers enzo? Het is en zal altijd wat cringy zijn. Pak die prompt bewust vast. Maak ze gay, interseks, vampiers, elfjes, depressief, psychotsisch, doe de zelf-hater het écht denken en écht doen. Maar met rede. Geef het inhoud, geef ze inhoud. Hem Haar. Hen. Laat ze knagen aan jouw gedachten -in de tt-ik-verteller- en je gedachten niet aan jou (in de tt-ik-verteller). 

Geef ze doodnormale én als-je-ze-googled-bijna-niet-te-vinden-namen. Want dat is gewoon. 

Wanneer? Nu. Wat?

Het dringt nu tot me door hoe lang ik al niet meer een potlood in mijn hand en een papier onder mijn neus heb gehad. Ik wil zo graag tekenen. Denk ik. Wel. Zo hoort het toch, dus zal ik dat maar denken. Ik sluit mijn ogen. Op dit moment is dat het enige dat ik wil, niets liever wil dan, sterven. Het spijt me Bryan, je bent een goede vriend. Ik apprecieer de moeite die je doet en je ouders zijn oké. Je moeder is heel lief. Maar doodgaan lijkt me beter. Je zult me niet lang missen hoor. Dat doet niemand, mijn familie ook niet. Ik open mijn ogen weer. Alles is zo abstract. Niets voelt nog echt en ik begin te twijfelen aan hoe “echt” voelt. Morgen moet ik naar school. Normaal boezemt die gedachte angst in, verlamt ze me. Maar ik ben al helemaal mak, te moe om bang te zijn. En toch denk ik wat ik altijd bang ben als ik daaraan denk. Dan beantwoord ik mezelf met: “Nee dankje, ik ga liever dood. Zoals een klein kindje wenst als superheld wakker te worden wens ik altijd om dat niet te doen, dat wakker worden. Lekker gemakkelijk, ik heb de moed niet om actief zelfmoord te plegen. Nog niet alleszins. Mijn zicht word weer zwart met rode gloed en witte dansende tv-ruis, terwijl ik naar mijn eigen vlees-luikjes kijk. Als ik er met mijn vingers in por en over wrijf ontstaan er keurige cirkels en golven. Abstract. Als je ogen toe zijn kijk je toch ook? Je kan toch niet niet-kijken? Want je kan je ogen toch niet afzetten? Kijken is niet actief? Niet-kijken, of je ogen sluiten, dicht houden, is dat niet meer werk? Of meer bewust althans? Overdag toch. En ‘s nachts… Als je slaapt... dan zie je ook, is dat met je ogen of met je hoofd? Is het zien dat je niet niet kan doen, of is het kijken. Zien lijkt passiever. Slapen of niet slapen, ogen open of ogen toe, kijken of zien: ik heb toch altijd zicht op een nachtmerrie.


Je kan je zintuigen niet echt afzetten, je gedachten ook niet. Maar je kan wel een rustzone omdopen tot "uitzetten" en vrede nemen met het niet denken over het denken, over het kijken of horen of proeven, voelen, etc,... 


Het lezen ervan, het delen ervan geeft me een gevoel van schaamte (Juli Zeh weet waarover ik het heb) Maar eerder een gevoel van plaats-vervangende schaamte, dat is erger in de zin dat ik minder controle voel. Dat is goed. Houden zo, want de gedachten zijn niet (langer) van jou, maar van het personage, Chad. Betekend dat dat er geen verbeteringen kunnen plaatsvinden? Natuurlijk wel, eindeloos. Maar als ik op het punt kom dat begrip en ontvreemding elkaar op een interessante, onverwachte maar vertrouwd onvertrouwt voelende manier ontmoeten, dan zitten we goed. Is dit bij het van de eerste keer uittypen zonder veel te denken, of door het herschrijven, herschrijven, herschrijven, maakt niet uit. Zolang het boeiend normaal voelt. Gewoon uniek. Een nieuw zicht geboden op een alomgedeelde wereld, of een blik die de jouwe ontmoet van een persoon die je nooit zal kennen, maar wel empathie zal voor voelen.

En wee weet, mee in je hoofd zit.


Wist je dat als je je ogen opent in het "pikkedonker" je kleur ziet? Het heet eigenlicht. En zo heet het 1e boek.


tot morgen, denk ik.

  


1. geleerd voor school 2. Felix' lieve kraaloogjes

3. de phosphenen die je ziet als je net iets te lang (of net lang genoeg) in je ogen wrijft


health and gn xxxx


woord van de dag: binimetinib je zou een tongue twister rap kunnen schrijven over kankertumor medicatie

PS: Femke, je lieve woordjes maken me oprecht blij. Ik vond allemaal maar wat inconsistent gebrabbel, maar ben blij dat jij er iets in ziet :)

1 comment:

The incoherent ramblings of a vampire - A Fictional diary entry for Anthropology of art

  The incoherent ramblings of a vampire   v   Today, 2021-2022, the things I’ve learnt in Lifetime 14   I am looking I am looking f...