Wednesday, November 18, 2020

Dagblog 17

Toen ik richting de trein liep en helaas weeral niet de tijd had of de ruimte om naar boven te kunnen kijken in ontzag, zal het dan maar in mijn hoofd moeten gebeuren. Chad en Sil die op een dekentje liggen en naar het plafond van de inkomhal van Gent-Sint-Pieters staren, alsof ze sterren kijken, Sil die wijst, Chad handen onder hoofd, al knikkent, wat zijn beste vriend zegt maakt hem niet zo uit. Hij luisterd wem, maar hij geniet vooral van het samen zijn. Het toegesproken worden, het aandacht gegeven worden, belangrijk genoeg voor iemand om zijn mond open te trekken. Graag genoeg gezien om enthousiasme meegedeelt te krijgen en daar te zijn, enkel met hun twee. Misschien kan je dat doen, zo vroeg in de ochtend voordat de eerste trein aankomt, wanneer er ruimte is om te genieten van je omgeving. 

Ik vind het zo een mooi station, niet dat ik er alles over weet, heb er nog niet zo veel van gezien, maar dat van Gent is al zeker veel mooier dan dat dat van Leuven. Leuven is zo... Standaard? Alles in Leuven is gewoon. Vlaams Brabant is zo gewoon. Die van Brussel zijn ook wel fijn, maar ook intimiderend, past bij de rest van de stad, ook. Als die correlatie op gaat bij Luik dan is dat veelbelovend. Het enige dat ik nog maar van de stad zelf gezien heb is de werkkranen. Vernieuwing, geeft me altijd een dubbel gevoel. Nieuw kan natuurlijk cool zijn en vaak toegankelijker, maar het nieuw stuk van Gent-Sint-Pieters is zo lelijk, al dat beton en die roze borden. Bah, zo zwaar, zo sober, zo modernistisch, volledig achterhaald. Breng de neostijlen terug, eclecticisme all the way! De schilderingen, friezen, groen staal, alsjeblieft, de mensen gaan veel liever voor de trein kiezen als werk-thuis pendel als ze een beetje aan sight-seeing kunnen doen op hun reis. En wat is dat met die mooie graffiti van de treinen af halen?Oké ja dat is illegaal, whatever, da's eerder gratis kunst met duur materiaal en door (meestal) getalenteerde kunstenaars, het kost meer om het weg te halen. Het zorgt voor meer ontzag om de restanten na intensief geboen te zien dan de tekeningen zelf.


Ik ben een essayist. Hoe had ik niet kunnen weten dat ik hier gewoon essays schrijf? Het was puur intuïef. Het is altijd een dubbel gevoel als wat jij doet een naam heeft, een oude en bekende naam-iedereen lijkt het al te weten als jij het ondekt hebt, je dacht dat je slim was, maar door je wijsheid te delen word je dom. Het is leuk om dan te kijken hoe dit door anderen beschreven en ingevuld wordt, dit kan je helpen, bewustworden van wat je doet, steun en inspiratie bieden. Maar ook een beetje: Hmm :(, een stemmige zucht, je bent niet speciaal, uniek, wat je doet bestaat al. Maar het is een essay, een essay is altijd origineel want het gaat over jou. Daar kunnen we ons terug aan optrekken.
Waarom begin over essays? Hoe ben ik daar nu op gekomen? Wel, niet. We moesten een stukje lezen over essays voor Beeldspraak. Arjen Mulder: "De ruimte van het essay". Hij beschrijft wat een essay is, geeft voorbeelden, uitleg. Wat is een essay? Daar begint het al. Een essay is een tekst die over iets gaat, iets dat zich buiten de tekst bevindt. Oké. Hierop volgt wat dingen die ik aan heb aangeduid.


"Lezers lezen in essays compleet andere dingen dan de essayist er bewust of onbewust in heeft gestopt."
Dat is goed, goed om daaraan herinnered te worden. Want het is een moeilijk idee, je wilt natuurlijk niet verkeerd begrepen worden, maar die andere interperetaties zijn ook mooi, en assoicatief denken is waar het over gaat. 


"Deze subjectief gekleurde lezing is beter naarmate de lezer er enthousiaster van wordt. (...) Een essay wil niet overtuigen (vergeleken met een betoog), het wil ruimte creëren in het hoofd van de lezer. Ruimte."
 
Er is plaats, in mijn hoofd, je kruipt in dat van mij en ik hoop dat je een beetje de geboeitheid ervaart die ik beleef, maar ik ervaar jou niet. Wat ik hier voorstel is eigelijk onmogelijk, jij zit niet in mijn hoofd, ik zit in dat van jou (in een speciaal geval is dat wel juist, welbepaald als de lezer de schrijver is). Dit inzicht is nieuw, en ik weet nog niet goed wat ik er mee moet, en of ik iets moet aanpassen, nee, misschien niet, dan ga ik teveel denken "in functie van" wat ik schrijf voor mij, omdat ik wil schrijven, ook een beetje om gelezen te worden, maar dat blijft secundair. Dat is toch de bedoel toch. Een beetje inzicht kan wel geen kwaad, toch? "Er leiden vele wegen naar inzicht, maar geen een ervan terug". Dat spookt nu door mijn hoofd, die zin is een vloek, die zin, hij weet zelf niet wat hij betekenen wil, hoe moet ik dat dan weten? 


"Het essay à la Montaigne is het essay als zelfportret" 
Hier later meer over.


"Het mooie van het ik of de eigen persoonlijkheid als hoofdonderwerp van het essay, is dat je eigen ik nu precies iets is waar je nooit werkelijk vat op kunt krijgen of wat je nooit helemaal zult begrijpen, domweg omdat je het zelf bent. Dat betekent dat er voor de essayist altijd stof is om over te schrijven.

 

(Ik ga slapen, het lukt even niet meer, ik voel me te nerveus en straks is het weer 2 uur, morgen beter. Morgen wordt een schrijfdag, ik voel het. Chad en Bryan en Jason staan op me te wachten, dat wordt weer moeilijk kiezen. Misschien dan ook ineens daarna de tijd te nemen om een beetje een overzicht te krijgen op wat ik kan tekenen, ik ben met zoveel bezig maar ik vind de smaak er even niet voor. Kijken waar ik allemaal mee bezig ben kan helpen, inspireren. Of overweldigen en verlammen. Het is een risico dat ik moet nemen, wat dan ook het resultaat is, ik zal er mee verder kunnen, beeldend of woordend. Ik heb niet gekozen, ik heb dat allemaal nog niet gedaan, ik heb niet aan mijn roman geschreven vandaag. Maar dat is oké, morgen nog een dag, en daarna nog één.)

"(...) Mooi aan het ik als onderwerp is ook dat het de schrijver vrijlaat om toe te geven aan alle stemmingen en invallen die zich aan hem voordoen, domweg omdat ze zich aan hem voordoen. Dat dat tot onderlinge tegenspraak tussen en binnen essays leidt doet er niet teo, als het allemaal maar echt ervaren is. (...) Of het nu waar is of niet, ik vind dat nu"

Dat kan ik alleen maar beamen, het lijkt alsof iemand in mijn hoofd is gekropen, met mijn gedachten is gaan lopen, terug in de tijd, om ze op papier te zetten. Natuurlijk is dat niet het geval, wat egocentrisch van me: Het is gewoon ik die onbewust voldoe aan een eeuwenoude traditie, ik ben niet speciaal, ik ben juist een na-aper.


"Het essay is iets meditatief, contemplatief, reflectief van aard, het plaatst de dingen een beetje op afstand om ze beter te kunnen zien en sluit ze dan weer in de armen, anders gezegd: maakt er dan weer ervaringen van. Er is je iets merkwaardigs opgevallen, in jezelf of de wereld om je heen, en daar wil je wat over doordenken, op papier, in gezelschap van een imaginaire lezer.
Dat afstand nemen... Terug omarmen... Komt bekent voor, en nu zie ik pas dat dat is wat ik doe. Ik ben een essayist, deze blog is amper 2 weken oud, maar ik heb dit altijd gedaan. Daarom niet altijd op papier -of op een scherm- maar wel in mijn hoofd: mijn personages zijn (deels) essays, en zoals een essay een zelfportret is, zijn zij dat ook. In elk portret dat je maakt zit een deel van de maker, een zin die ik al meermaals te horen kreeg. Iemand vroeg het zo een jaar ofzo geleden aan mij, of ik dat vond. Ik knikte, zei zonder twijfel: ja. Ja natuurlijk. Dat betekend niet dat die dat opzettelijk doet, maar het kan haast niet anders dan dat je werk jou weerspiegeld op de één of andere manier, en bij een portret is dit soms op een heel prominente, eenvoudige manier. Niet altijd, soms zie je het niet, maar er zit altijd een stuk van jezelf dat je maakt. Dat kan niet anders. In letterlijke zin: welk gezicht is meer vertrouwd en onvetrouwd dan dat van jijzelf? Je lichaam doet het automatisch met wat het kent, daarmee dat als ik een personage teken, zelf met een referencie, er ergens mijn kop in zit. 


"Wij mensen zijn op een geestelijk niveau allemaal met elkaar verbonden, niet als massa maar als individuen, en kunnen elkaar dus altijd als gelijken onder ogen komen (...) Deze opvatting van Emerson is 'transcendentalisitsch' genoemd; maar je kunt haar net zo goed karakteriseren als typisch essayistisch, want ze beschrijft precies wat een essayist doet, iedereen die ooit heeft geleefd, leeft of nog zal leven in principe als gelijke te herkennen en begrijpen; omdat iedereen deel heet aan dezelfde menselijke ervaringen."
Dat was een van de eerste opmerkingen die ik kreeg op de blog. Ik heb er nog niet zo veel gekregen, maar ik apprecieer ze allemaal. (Echt!) De opmerking dat hoe veel mensen je gedachten en gevoels herkennen en dit een positief effect kan hebben om te lezen.   


"Een essayist zoekt altijd een levende ervaring, niet een gereconstrueerde, gereanimeerde of gesimuleerde gewaarwording. Een ervaring is echt en waar, een ervaring "klopt" zolang je haar ervaart."

Interessant. Maar zo als je weet hou ik ook wel van dat spel van fictie en non-fictie, maar dat zal ik voor mijn romans moeten houden. 


"Het essay is concreter dan wetenschap en filosofie maar abstracter dan lichamelijke ervaringen. zolang je haar ervaart." (...) Het essay bevind zicht op een geestelijk niveau dat ergens in ligt tussen het abstractieniveau van wetenschap en filosofie aan de ene kant, en het fysieke niveau van lichamelijke gewaarwording aan de andere kant. Het essay is concreter dan wetenschap en filosfie, maar abstracter dan lichamelijke ervaringen.


(ik zat  verder, ik was al bezig over de les en het is ineens weg, ik wil mijzelf echt pijn doen)


(Taal tendeerd naar abstractie, maar heeft van nature een band met het lichaam. Ieder woord is een keer in de mond genomen. Maar als het woord wordt geschreven en gedrukt, maakt het zich los van het lichaam en gaat het op weg naar het rijk van de abstractie. In de wetenschap is een fenomeen pas echt geduid als het in een wiskundige formule of figuur kan worden weergegeven, dus als het de taal achter zich heeft gelaten. Het essay wil de taal niet achter zich laten, want het heeft de taal herkend als de grootste rijkdom van ons mensen. De essayist vertrouwd erop dat de woorden meer weten dan wij ze aan betekenis kunnen meegeven. Dat méér is waar het de hele essayistiek om te doen is."

Maar dus, Muler zegt het het gaat om het niveau van de geschreven taal. Dan vraag ik me af: waar op die as staat beeld: komt beeld nog voor de taal, voor er woorden voor zijn? Of erna, als een beeldvorming van de woorden? Zelf vind ik het vaak moeilijk te kiezen uit een van de twee, en als ik ze wil combineren is het ook niet gemakkelijk. 

"Een essay is (...) een portret van de hersenen van de schrijver, een afbeelding van de verbindingen die er in de hersenen van de essayist bestaan, en die liggen bij iedereen anders."

"Een essay gaat over (in tegenstelling tot de paper) wat de essayist nog niet weet, maar wat hij al schrijvende aan zijn essay te weten komt. Terwijl de essayist aldus bezig is om vat te krijgen op en recht te doen aan zijn ervaringen, schrijft hij tegelijkertijd een portret van de wijze waarop hij er vat op krijgt"


Een uitdaging voor mezelf: een fictieve essay schrijven, zou dat kunnen? Gebaseerd op fictieve ervaringen, in naam van een fictief personage. Maar het denkpatroon blijft van mij. De vraag keert terug: Zijn het mijn gedachte, als ze die van een fictief personage zijn, dat van mij is? Een "secundaire gedachte". ((Op hoger niveau: zijn "jouw gedachten" echt van jou?))


En nu wat ik meegepikt heb van de les van Tom, van beeldspraak, over de essay. (Het essay?) 
Hij noemt het een methode om nieuwe ideeën te genereren door aan (zelf) observatie te doen. 

De essay heeft onduidelijke grenzen en veel vormen, omdat het zo persoonlijk is. Je zou kunnen zeggen dat er evenveel essay-soorten zijn als dat er essayisten zijn. Het is een open, eigenzinnig denken, idee die te vergelijken valt met het artistieke proces, onderzoeken. In theorie zou iedereen een essayist kunnen zijn, in de zelfde zin dat iedereen een kunstenaar zou kunnen zijn. Dat denk ik toch. Het is een apparaat om te kunnen denken, iets uit te klaren wat nog ongeformuleerd in je gedachten schimt. Je kan hetzelfde doen met kunst, vind ik. Zou een beeldend essay dan kunnen? Want de focus is taal, een soort pre-essay dan, proto-essay? 
De kern van de essay is de intuïtie uittesten; voelen en denken doen samenwerken, verstand en gevoel, hart = hoofd. 

Een essay is altijd persoonlijk gekleurd, je neemt jezelf als vertrekpunt, je begint stil te staan bij kleine observatie,s een specifiek puntje dat je breed opentrekt aan de hand van associatie, zodanig dat het voor een ruim publiek bestemd is. Dan heb je een spanning tussen private - publiek. 

Een essay komt meestal in beschouwend proza, maar kan ook in gedicht of versvorm. De manier waarop een essay ingevult wordt is eigelijk ook persoonlijk, natuurlijk. 

Of een essay een secundaire of primaire schrijfvorm is, is ook een punt van discussie, blijkt. Secundair want het is een reactie, beschouwing maar het is ook creatief, vindingrijk schrijven en dus primair. Beschouwing + creatie, maar dan denk ik als het dat laatste is, is dat dan niet altijd allebei? Hoe kan je creeëren zonder op een manier te aanschouwen? (Ik weet het, ik mag er niet zo piete-peuterig over doen) 

Het essay heeft graag twee kanten, experiment, persoonlijk  maar is ook radicaal open.

Even over Montaigne: de "ik" als "verbaal  equivalent zelfportret". De vraag is, is dat niet wat verwaant, egoïstisch om jezelf, je observaties de moeite waard te vinden om gepubliceerd te worden. Waren we hier niet eerder? -Vraag uit de les, hé. Ik heb dat letterlijk al bevraagd. Dat openbaar stellen van een "egoïstisch iets", zo als deze blog, geschreven voor mezelf, maar op een manier altruïstisch is omdat ik dat open stel, en het is voor de lezer om er baat bij te hebben, uit te leren. Het is niet echt egoïstisch, want het is niet de hoofdzaak om aandacht te krijgen, om iets op te dringen en dat jij, de schrijver de lezer melkt voor je eigen ego, maar het is bedoelt voor de lezer, zodat die daar iets uit haalt. Jij bent de koe, die zich ten dienste stelt door kinderen te baren, maar dat ze je melk willen, dat weet je eerst niet.  


Kenmerken... Zo een breed genre maar dan toch al die kenmerken... Hier gaan we.

1: Bescheiden; alledaagst vertrekpunt, een persoonlijke qweeste (klein)

2: ambitieus mikpunt (groot) -> vertrekken vanuit klein, persoonlijk, en werken naar groot, 

algemeen belang, breed publiek. 
De persoonlijke aard van het essay is een vorm om iets complex aan te snijden, iets wat het persoonlijke te buiten gaat. Of iets kleins, een detail dat licht schijnt op een groot, algemeen thema.  

3: vertrek vanuit het "niet-weten" 

het is noodzakelijk dat het onderwerp waarover je schrijft nog geen uitgeklaarde zaak is.  

4: Tonen hoe jij iets te weten te probeert te komen.
Schrijven over iets dat je verwonder, verward, iets dat je interesseerd maar dat je (nog) niet kan vatten, het houdt je bezig, hoe banaal ook. Je probeerd iets te weten te komen, wat zou het kunnen betekenen, je probbeerd uit te klaren aan de hand van een gedachte experiment.

Het doel is om bij jezelf en de lezer een licht te doen opgaan. 

5: Beeld van je eigen denkproces dat ander inzicht biedt 

6: Bouwen van een slot in de oceaan.

Niet verdrinken in deze complexe wereld, inzicht in grote thema's krijgen. Wij zijn drenkelingen in een chaos-oceaan, die chaos zijnde werk en wereld. Drijfhout. je bouwt met en op wat je tegenmoet komt gedreven, 

7: Wie een essay schrijft  is dus een verzamelaar. Je legt een stock aan aan observaties. Je verzamelt zodat je kan (ver)bouwen en terugkoppelen. De relatie tussen omgeving en jezelf wordt hier nog eens benadrukt. 

8. Vrij, maar er is ook sprake van urgentie. Je onderwerp moet echt van belang voor je zijn.


De opdracht om het vak af te sluiten: een mini-essay schrijven. Ik ben er meteen over beginnen nadenken, mijn vingers jeukte al. AAn deze opdracht was ik eigenlijk al aan begonnen. Ik had al meteen ideeën "over de perongelukkige essay" en ik maakte al meteen het woordmopje: gedeeltelijk geschreven op het station. De titel van een essay zou in enkele woorden moeten kunnen vatten waar het over gaat. 
Wanneer is een essay af? Zodra je jezelf verhelderd hebt over het thema. Je hebt het fenomeen doorkruist als een soort van landschap en er een beeld, inzicht op gekregen. Het is natuurlijk belangrijk (en zeker als het een opdracht is voor school) om het in zijn optimale vorm te tonen. Het wat uit te zuiveren achteraf, voor het gemak en de ervaring van de lezer. Tom vergeleek het met het afval bij je thuis op te ruimen voor je de bezoeker binnen uitnodigd voor een zo aangenaam mogelijk verblijf in je huis-of hoofd. Bronnen gebruiken mag, wordt aangeraden, je moet wel weten waar je over bezig bent, en als een vorm van inspiratie input. Om een soort dialoog te kunnen voeren. Bron als basis, een ontspannen manier van research, iets opzoeken, wat jij wilt weten, waar jij iets aan hebt, een band mee hebt info als model, materiaal, tool om te schrijven. een "snelkook-hersen-pan" 

De vorm is dus vrij, dat weten we al, "voorwerp van creatie". Je kierst het zelf, een persoonlijk aanvoelen of je in korte stukjes of lange passages wilt schrijven. Intermezzo's of sprongetjes geven het een levend karakter. 


Al die kenmerken, te veel hoofdpijn  ik doe dat wel vanzelf. Het is een klopje op de schouder, een duim omhoog maar voor mij is het nogal zelfsprekend, allemaal. Ligt dat aan mij? Tom zegt dat je zo een "A-ha-moment" moet hebben. Dat heb ik letterlijk al uitgedrukt. Relax genre, op je gemak schrijven, geen hoog niveau. Nog goed om te horen: Wat dat je moet geloven is dat wat jij interessant vind,  interessant is, niet aan jezelf twijfelen! 


Die associatie, dat is bij mij altijd zo van belang. Dit is de echte magie van de essay maar ook van kunst in het algemeen. "Het heeft iets profetisch" - een essay, das waar.  


hier zijn er toch wat even:


Mijn blog. Hij is heel tijdgevoelig, dat deed Tom me beseffen. Het is als een snack, als popcorn, die is ook niet meer te vreten als hij koud is. Een roman is dan eerder een maaltijd: het moet tijd krijgen. 
Een roman vraagt diepte, inzicht, om verteerd te worden, om op te kauwen. 

(De opdracht staat in de powerpoint, nog even ter herinnering voor mezelf. Met tips! En natuurlijk ook nog je notities van bij de les)



Het belangrijkste vind ik dat je begint te schrijven met iets bekent, persoonlijk perspectief, ervaring, maar je blijft daar niet hangen, je onderzoekt dit. Dat moet ik misschien nog wat leren, dat echt breder opentrekken. 

Ik had al meteen een brainstorm op mijn notities, deze even dat proberen te ontcijferen.
Schrijven over mijn blog, mijn blogs gebruiken voor het schrijven van mijn essay. Mijn relatie met taal, de vormen die mijn schrijven aannemen: roman, dagboek, schoolwerk, blog,... inspiratie halen bij Mulder en Zeh. Wat soort schrijven heb ik nodig? Tekenen mag hier bij? Of is het eerder te vergelijking, zoals ik op verschillende momenten verschillende soort dingen schrijf (focus blog, roman, gedichten, tekeningen met bijschrift) zo kan dan ook in beelden: realisme,, abstract, serieus, humoristisch, tekenen, schilderen, ... Elk heeft zijn rol, en samenwerkingen worden spannend. Dit wil ik waarschijnlijk vermelden, maar waar ik het vooral over wil hebben, denk ik, voel ik, is het fenomeen dat ik iets uit mezelf doe om achteraf te ontdekken dat er een hele theorie rond bestaat, dan zie ik het inees overal. Waarom zien we het dan overal? Het is oké om op gevoel af te gaan, en dit kan ik dan terug koppelen naar de soorten schrijven, ik moet niet kiezen, ik moet op gevoel afgaan; gevoel dat ondersteund word door gedachte. Elke vorm van tekst heeft zijn moment en doel, ook binnen beeldend werk. En ik wil nadenken over de vraag: waarom willen we het niet weten, niet opzoeken of het bestaat, gedefinieerd is, waarom hebben wij schrik? Omdat we niet willen weten hoe goed we bezig zijn? Of de schrik te weten te komen dat wat we doen niet zo orineel is als we hadden gehoopt? Werkt dit niet tegen ons, dat niet opzoeken om dan er op een moment toch op te stoten, als het "te laat" is en al onze fouten en amateurisme "dan pas" inzien? Zijn we bang om onze spontaniteit te verpesten met inzicht? Moeten we "van de domme" zijn om ons slim te voelen? Willen we niet weten hoe het heet omdat iets een naam geven juist het jouw kind maakt?

Een soort meta-essay, over hoe ik "essays" schrijf. Het is maar een idee - een goed idee denk ik.
Over mijn ervaring van toen ik de tekst las en de les volgde en besefte: dit is wat ik doe, nota bene, is dat niet standaard? Is dat goed? Ben ik daar blij mee? Teleurgesteld? Dit gemengde gevoel beschrijven lijkt me interessant. Want het is een persoonlijk gevoel maar ook dat gevecht van JOMO en FOMO is ook voor iedereen van toepassing. (Denk ik? Is dat zo?) Die schrik om iets te ontdekken, dat schrönigers-gevoel van ik weet het niet, het deert me niet, het is zowel goed als slecht. Leven we daar liever mee dan echt te weten wat het is? Voelen we ons anders een na-aper? Dat echt te onderzoeken, buiten ons en onze omgeving, zodat we daar voorbij kunnen, die dubbelzinnigheid, ons aangemoedigd voelen door wat goed en origineel is, en ons wat ontmoedigd voelen door wat dat niet is, maar ook de push, info hebben om te verbeteren. Een angst van research, dingen ontdekken, is daar een fobie voor?
Een dubbel gevoel, gewent aan het oude vertrouwen, schrik van het nieuwe, maar ze kunnen ook samen werken. 

liks waar ik op stootte: https://www.questionpro.com/blog/fears-that-are-holding-you-back-from-doing-research/

https://www.fresheyesediting.com/2017/11/13/overcome-fear-research-writing/

Dit is maar een teen-dipje in het water, de chaos-oceaan.

een ironisch beeld, durf je op enter drukken? 


Ik sprak er nog mee met Femke, via messenger, dat heeft me mede geïnspireerd. Ze zei "Altijd een verrassing als je opeens ziet dat waar je mee bezig bent een benaming heeft". Dat is goed verwoord want dat geeft de ervaring geen oordeel, geen gevoel. Want die verassing dubbel en dat zei ik: "Echt zot, zo leuk en ni leuk (...) Ik ga daar over schrijven, over de les van vandaag, misschien maak ik daar mijn opdracht over who knows" En ze was enthousiast. Dankje. 

Mama heeft ook allemaal afgevoerde kunstboeken van de bib gekocht, Dali zit er tussen :) moet ik dan ook maar eens mijn neus tussen steken. 

Ik was de naam voor een kleur vergeten, ik vroeg aan mijn zus hoe ze die zou noemen, de kleur die ik zonet gemengd had om een schilderij te maken van dat bord van het station van Luik. ze zij "pastel bruin" Beige. Ik zocht het woord beige. 

Het station van Luik
-acryl en gouache


1: blogpost is af
2: bovenstaant schilderijtje gemaakt, de vergissing met Luik toch nog een nut gegeven-hij was heet nutteloos maar wel zinvol
3: Lasagne.

Health & gn xxx




No comments:

Post a Comment

The incoherent ramblings of a vampire - A Fictional diary entry for Anthropology of art

  The incoherent ramblings of a vampire   v   Today, 2021-2022, the things I’ve learnt in Lifetime 14   I am looking I am looking f...